Hoofdeconoom ABN AMRO: 'Banken creëren géén geld uit het niets'

De ABN AMRO heeft onlangs een bijdrage geleverd aan het programma De Schuldvraag van Tros Radar omdat zij deel willen nemen aan het publieke debat. Antoinette Hertsenberg interviewde hiervoor Han de Jong, hoofdeconoom van de ABN AMRO.
Op 2 januari liet de bank echter weten dat zij, na het zien van de documentaire, van mening waren dat TROS Radar de financiële sector te eenzijdig belichten en daarom het volledig interview online hebben gezet.
Uiteraard zijn wij Han de Jong dankbaar voor zijn bijdrage aan het debat. Toch willen wij wat kritische noten plaatsen bij een aantal uitspraken van de hoofdeconoom:
“Banken creëren geen geld uit het niets”
De Jong claimt dat banken geen geld uit het niets creëren omdat de ‘balans van een bank altijd in evenwicht moet zijn’. Dat argument snijdt echter geen hout. Wanneer een bank namelijk nieuw geld creëert d.m.v. het verstrekken van een lening ontstaat er op de linkerzijde van de balans een vordering van de bank op de klant en aan de rechterzijde een deposito van de klant met een gelijkwaardig bedrag. Oftewel, zodra er nieuw geld gecreëerd word dan word de balans van de bank aan beide zijde met een gelijkwaardig bedrag opgehoogd en blijft de balans dus altijd in evenwicht.
“De geldhoeveelheid wordt gereguleerd door de ECB”
De Jong geeft aan dat het reguleren van de geldhoeveelheid een taak is van DNB en de ECB. Wat hij niet aangeeft is dat de instrumenten die deze instellingen hebben om de geldhoeveelheid te reguleren niet effectief zijn. Zo kunnen liquiditeitsratio’s omzeild worden doordat banken eerst leningen verstrekken en achteraf pas op zoek gaan naar de reserves. Indien er achteraf een tekort blijkt te ontstaan op de interbancaire markt dan is de centrale bank (mede gezien haar mandaat) genoodzaakt om bij te springen om de stabiliteit van het systeem te waarborgen en te voorkomen dat de rente op de interbancaire markt enorm oploopt. Kapitaalratio’s kunnen op hun beurt weer omzeild worden door de uitgifte van nieuwe bankaandelen, opstrijken van winst, en securitisatie. Ook het aanpassen van de rentestand om zo het leengedrag in de economie te beïnvloeden is alleen effectief bij de kortetermijncyclus en niet bij de langetermijncyclus.
“Het systeem is stabiel geweest”
De Jong claimt dat er vanaf 1980 sprake is geweest van een behoorlijke financiële stabiliteit. Wat hij zich blijkbaar niet lijkt te realiseren is dat er tussen 1970 en 2010 er 145 landen waren met een bankencrisis, 208 landen met een monetaire crisis en 72 landen met een staatschuldencrisis. Gemiddeld één crisis per maand!
“Overmatige geldcreatie een effect van concurrentie”
De Jong geeft aan dat concurrentie één van de oorzaken is voor toenemende geldcreatie. Banken zijn gewoon commerciële instellingen en indien zij een lening kunnen verstrekken waarvan zij denken dat deze rendabel is dan doen zij dit gewoon. Banken willen zoveel mogelijk marktaandeel (ondanks dat er sprake is van een oligarchie), moeten aandeelhouders tevreden houden en bonussen zijn natuurlijk ook een stimulus voor de bankmedewerkers om zoveel mogelijk kredieten uit te zetten. Natuurlijk zijn er ook banken die naast rendement ook andere factoren mee laten wegen bij hun kredietverstrekking (bijv. duurzame en/of ethische investeringen, stimuleren van lokale economieën etc.) maar uiteindelijk moet een lening ‘gewoon’ rendement opleveren, dat is hun zakenmodel. Je kunt je dan ook afvragen of het verstandig is om commerciële instellingen het privilege toe te laten om geld te creëren.
“De belastingbetaler heeft financiële stabiliteit gekocht”
De Jong is van mening dat de belastingbetaler financiële stabiliteit heeft gekocht door het overeind houden van de bank. Echter geeft hij vervolgens aan dat de geschiedenis bol staat van crisis en financiële bubbel en dat er vanzelf wel weer een nieuwe crisis uitbreekt. Dit komt omdat het huidige geldsysteem procyclisch is.
“Beloningsbeleid speelt geen rol bij excessieve kredietverlening”
De Jong geeft in eerste instantie aan dat het beloningsbeleid geen rol heeft gespeeld bij de excessieve kredietverlening. Echter bij de vraag welke maatregelen de bank heeft genomen om een soortgelijke situatie in de toekomst te voorkomen geeft hij o.a. aan dat de bank haar beloningsbeleid sterk heeft aangescherpt.
“Financiële bubbels zijn geen piramidespel”
Antoinette vertelt de Jong dat financiële bubbels ook wel vergeleken worden met een pyramidespel. De Jong geeft aan dat hij het hier niet mee eens is. Echter zoals Dirk Bezemer in de documentaire terecht stelt is dat de groei op bepaalde markten word gedreven door de instroom van nieuwe leningen. Oftewel, de instroom van nieuw geld houdt het rendement in stand en er is dus een steeds bredere basis geld nodig om de boel gaande te houden.
“We gaan minder groeien als we onze schulden afbouwen”
De Jong geeft aan dat we minder gaan groeien indien we onze schulden afbouwen. Dit is niet meer als logisch. Geld komt in het huidige systeem namelijk in omloop als schuld en verdwijnt zodra schulden worden afbetaald. Indien we alle schulden in onze economie in één keer zouden ‘terug’ betalen aan de banken dan zou er bijna geen geld in omloop zijn (maar nog wel wel een enorme schuldenlast, namelijk alle uitstaande renteschulden). Schulden en economische groei hoeven echter niet hand in hand te gaan. Economische activiteit kan ook gegenereerd worden door simpelweg schuldvrij geld in omloop te brengen.
“Duurzame economische groei is goed”
De Jong geeft ten slotte aan dat economische groei goed is zolang het duurzame economische groei is. Los van de vraag wat hij onder duurzame groei verstaat vergeet hij te zeggen dat het huidige financiële systeem oneindige exponentiele groei vereist. En dat is nooit duurzaam!