Contant geldstelsel

Contant geldstelsel

Wat is de rol van contant geld? Wat is een contant geldstelsel en hoe verhoudt dit zich tot het huidige monetaire kredietstelsel?

In een contant geldstelsel is (digitaal) contant geld het primaire instrument van monetair beleid. De geldhoeveelheid wordt direct gestuurd, door vermeerdering of vermindering van het contante geld in omloop. Bij vermindering wordt geld wegbelast door een (progressieve) heffing over het surplus dat door actoren wordt aangehouden boven hun onbelaste liquiditeitsbuffer in digitaal contant geld. Bij vermeerdering wordt geld beschikbaar gesteld aan de overheid. Deze verkrijgt dat geld “om niet”. Er staat geen schuld of andere verplichting tegenover, afgezien van de voorwaarde dat het in omloop moet worden gebracht. Het staat de overheid vrij om het weg te geven, uit te lenen, uit te geven of anderszins in haar begroting te verwerken.

Het verbod op monetaire financiering (artikel 123 VWEU) staat niet in de weg aan contante geldverstrekking aan de overheid, mits dat gebeurt “om niet”. Binnen het huidige geldstelsel is dat niet mogelijk, daar geld in omloop komt als (rentedragend) krediet gedekt door onderliggende waarde. Dat betekent dat de geldomloop moet worden gefinancierd. In een digitaal contant geldstelsel is dat niet het geval. Contante geldmiddelen belichamen zelf de geldswaarde en hebben geen onderliggende waarden nodig. Digitaal contant geld heeft bovendien geen kostprijs. Zodoende hoeft een digitaal contante geldomloop niet te worden gefinancierd, en hoeft deze dus ook niet te renderen. Digitaal contant geld kan als nutsfunctie “om niet” beschikbaar worden gesteld. Daarmee vervult contant geld een essentiële randvoorwaarde om het geld dienstbaar te maken aan de samenleving, en deze zodoende in staat te stellen om tot volle bloei te komen. Contant geld is bovendien inert voor markt- en kredietrisico wat noodzakelijk is voor structurele en kosteneffectieve stabilisering van de euro.

In een contant geldstelsel kunnen digitaal en fysiek contant geld naast elkaar bestaan. Invoering van digitaal contant geld betekent dan ook niet dat munten en biljetten moeten verdwijnen. Fysiek contant geld blijft van belang voor anonimiteit, en als back-up bij uitval van elektriciteit.

Monetair kredietstelsel

Het huidige geldstelsel is te omschrijven als een monetair kredietstelsel. Daarin is kredietverlening het primaire monetaire beleidsinstrument. Wanneer in dit stelsel wordt gezegd dat de geldpers wordt aangezet, wordt bedoeld dat er extra krediet wordt verleend. Het gaat dan om kredietverlening door de centrale bank aan de banken, of om kredietverlening van de banken aan de centrale bank. Van dat laatste is sprake wanneer de centrale bank verruimt door effecten te kopen. Zij betaalt voor die effecten door bijschrijving op het tegoed van desbetreffende banken. Deze ervaren dat overigens niet als een kredietverlening aan de centrale bank, daar het resulterende tegoed zo goed is als geld. Het kan worden gebruikt om andere banken mee te betalen, of worden opgenomen als contant geld. Pariteit met de euro is verzekerd, daar de centrale bank zelf uitgever van de euro is.

Contant geld

Contant geld is in het huidige stelsel slechts een extensie, die volkomen elastisch met de vraag wordt bediend. Banken kunnen hun tegoed bij de centrale bank geheel in contanten opnemen. De centrale bank drukt zoveel biljetten als nodig is om aan die vraag te voldoen. Letterlijk genomen zou het deze geldschepping moeten zijn die met “de geldpers” wordt bedoeld. Dat is doorgaans echter niet het geval, daar deze letterlijke geldpers geen invloed op de geldhoeveelheid heeft.

Biljetten komen in omloop door substitutie. Dat is te vergelijken met een koop. Voor de biljetten wordt betaald met tegoed, dat vanwege contante opname verminderd wordt. De uitgifte van biljetten verandert de geldhoeveelheid niet, daar tegoed door contant geld vervangen wordt. Evenmin verandert de geldhoeveelheid als contant geld terugkeert naar de (centrale) bank, daar dit dan wordt omgewisseld in andere munten of biljetten, of wordt bijgeschreven als tegoed.

Ook in een contant geldstelsel zal sprake zijn van substitutie wanneer digitaal contant geld fysiek wordt opgenomen. Maar wanneer er digitaal contant geld bijkomt is dat geen substitutie, maar een toevoeging, die allereerst “om niet” wordt opgevoerd als bezitting van de overheid.

Eindnoot bij 'Een veilige rekening voor iedereen'.